Auob River
Door: Frank Höppener
Blijf op de hoogte en volg Frank
24 December 2011 | Botswana, Gaborone
Auob River
Twee Rivieren – Mata Mata V.V.
Panta Rhei. Moncho niet meer in de Landboard, Leriche niet meer Parkhoof van Gemsbok; hij voelt zich een vreemde in zijn eigen park, zo hoorde ik toen ik hem opbelde. Bantsi-Bantsi weg uit DWNP (Department of Wildlife & National Parks), Elsa niet meer in de winkel van Twee Rivieren, Game Warden Abraham Modo overleden, tracker Vet Piet idem. Geen spoor van Mike en Daleen die in 2R tot een Amerikaans-Zuidafrikaans stel zijn uitgegroeid, zo’n zestien jaar geleden. Ik moet constateren dat ik zelf hier nu ook een anonieme klant ben, waar ik vroeger door LeRiche aan de poort werd verwelkomd. En als dat laat in de avond was (Jeanette!), hij speciaal voor mij/ons de generator een half uur langer liet draaien. Ik belde hem of ik hem kon opzoeken maar hij zat toevallig in Cape Town bij zijn dochter. Als ik weer in de buurt ben, moet ik hem beslist opzoeken. Altijd welkom. Hij maakt het goed op zijn farm vlakbij Bokspits. Zijn vrouw ‘Doempie’ is ook OK.
BOSJESMANNEN
Sinds het ‘Gemsbok’ tot Transfrontier San-Park is uitgeroepen (‘San’ = Bushmen of Basarwa of Bosjesmannen) werken er nagenoeg uitsluitend San in de staf van het park. Positieve discriminatie. Een jaar of vijftien geleden kwamen de San uit het dorp Mier met land claims; het park zou op hun grondgebied liggen en hun land hebben gepikt. Inderdaad zijn de San overal uit Zuidelijk Afrika verdreven; ze hebben zeker een punt. Er is zelfs jacht op ze gemaakt, als ‘game’. Maar de Kgalagadi was slechts hun laatste (want ecologisch armste) bastion na Zimbabwe, Zuid Afrika, Zambia en Botswana. Hun perceptie is nu dat het Gemsbok ‘hun’ grondgebied is. Eigenlijk zouden de veeboeren in de vernoemde landen die mensen moeten compenseren maar het is weer eens de natuur die het bokje is. Er is dus aan de grenzen van het park geknabbeld. Weer eens. ‘Recht voor de onderdrukten.’ Such is the course of humanity on this planet.
De volgende dag besteedde ik de vroege ochtend aan reparatie van de rem en de airco door de mechanics van Twee Rivieren Camp. De rem verbeterde niet, maar de mechanics achtten het niet gevaarlijk; ik moest alleen pompend remmen. De oorzaak moest volgens hen wel een rubber afdichting zijn onder het reservoir. Dat konden ze hier niet checken. Pompen was gewoon OK; er was geen lek in het systeem. Vervolgens trof ik Frank en Marianna Benninghoff-Wagner, een Duits-Fins stel met een gehuurde Landrover Defender die niet wilde starten. Niet te repareren. De verhuurder stuurde morgen een vervangend vehikel. Maar nu zouden ze een kostbare vakantiedag moeten rondhangen op Twee Rivieren Camp. Dus reden we samen in mijn cruiser op en neer door de Auob Valley naar Mata Mata aan de Namibische grens, zo’n 280 kilometer. Ik informeerde daar naar eventuele moeilijkheden om in april vanuit Namibië de grens te passeren naar Cape Town. Dit omdat ik op mijn eerdere vraag per email aan de staf van het park niet eens een antwoord had gekregen. Conclusie: no problem; alleen moet je twee dagen in het park doorbrengen. Wmb, gráág zelfs. Jel, wat jij? De belangrijkste oogst: twee leeuwen op de heenweg; drie op de terugweg. Drie giraffes. En veel ander spul. Opvallend veel secretary birds. Het was op de terugweg nog spannend of we de Twee Rivieren wel haalden met de resterende diesel. Maar het ging net goed.
ALCOHOL
’s Avonds ging ik met Frank en Marianna uit eten in het restaurant en naderhand zakte ik nog even door bij vier jonge Zuid-Afrikaanse knapen. Hun tip voor betaalbare en goede Zuid-Afrikaanse wijn: Rooiwijn: Boschendal, The Pavillion, Shiraz-Cabernet Sauvignon. Klasse. Als ‘knock-out’: Boegoeblits (in het Engels: Buchu Blitz) een alcoholisch extract met kruiden die de boeren in the Northern Cape en Karoo soms in hun neus steken omdat het zo gezond zou zijn. Volgens de boys: … ‘extremely healthy when you drink it without alcohol. But the alcohol is ‘lekker’ as well.’ Verder was er Vin de Constance uit Klein Constantia.
Marij, Jel: het wordt vast gezellig in Cape Town.
Twee Rivieren – Bokspits
Hop, van Twee Rivieren op weg naar Tshabong, mijn oude standplaats. Het stuk tot Bokspits hoefde ik geen ‘Bo-paadjie’ (bovenlangsweg) te nemen omdat er geen water stond in Nossob River. De snelste wegen volgen de droge rivierdalen.
In Struizensdam wilde ik de oude Landboard-members Esterhuizen en Titus opzoeken, maar ze waren helaas niet thuis. Ik heb maar een briefje achtergelaten.
Dit is het land waar het Astrakan bont ondermeer vandaan komt. De Karakul-moer, een schaap, wordt geslacht de dag voor het jong wordt geboren. Om de vacht van het ongeboren jong gaat ‘t. Karakulschapen hebben een vette kwabbige staart. Een ‘delicatesse’ van de streek is vet gesmolten vet van die staart. Gewoon opdrinken! Dronken wij vroeger geen levertraan?
-
24 December 2011 - 11:22
Jel:
Ik kan niet wachten.
Het is hier duidelijk behelpen, met het weer, de vogels en de wijn. -
24 December 2011 - 20:05
Frank Höppener:
Jel. je hebt zin in levertraan begrijp ik...
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley