Makkie!
Door: FrankHoppener
Blijf op de hoogte en volg Frank
25 Februari 2011 | Cambodja, Kaôh Kŏng
Voor foto's: zie http://www.hiking-site.nl/virtuexpo/frank-hoppener/index.php
Gedronken 2,5 liter. Geen lek, maar de voorband die ik gisteren had geplakt is een ‘afloper’; er zal iedere dag iets bij moeten, maar dat is te doen. Zo’n doorn van eergisteren in de buitenband denk ik. Maar je gooit hier niet zo gauw je oude schoenen weg.
De zon was me weer genadig vandaag: bewolkt. Nu, 13.00 uur in Oh Saom schijnt ie volop.
Prima weg vandaag, al waren er zo nu en dan wat kuilen, ‘bruggen’ en waterplassen. Bij eentje dacht ik slim te zijn en niet op de weg te blijven maar ernaast te rijden. Dat had ik beter niet kunnen doen. Dikke plakkerige modder vermengd met buffalostront: bullshit everywhere!
Op twintig kilometer een venijnige helling van een kilometer of vijf lang. Het eerste stuk van twee a drie kilometer was het zwaarste, ik schat het op zo’n achttien a twintig procent. Daar moest ik er even vanaf. Auto’s die voorbij reden vroegen of ik een lift wilde. Ik kwam in de verleiding maar ben blij dat ik heb doorgezet. Ik was bang dat de weg zó op en af zou blijven gaan, maar gelukkig bleef hij na die eerste klim redelijk op hoogte.
Één plaats gezien met een waarschuwing voor landmijnen. Er stond een huis vlakbij, dus wonen er ook kinderen. Je vraagt je toch af… Aanpassingsvermogen!
De laatste vijf kilometer voor Oh Saom een enorme kaalslag: overal verkoolde boomstompen zover je kon kijken. Het leek Mordor wel.
Bij het naderen van het guesthouse stonden er vier Engelse off road motorrijders die de oude weg hadden gedaan. Best te doen op de motor vonden ze. Ze begroetten me met : ‘Hey! Are you that guy that cycled 140 K?’ Mijn roem is me kennelijk al vooruit gesneld. Ik had in Pramoy met een liftend Engels/Duits stel gepraat, en die waren eerder in Oh Saom gearriveerd dan ik.
Overigens hoorde ik van hen een interessant bericht over het Thais-Cambodjaanse conflict om Preah Vihar. Het schijnt dat het Thailand helemaal niet om die tempel zelf te doen is maar om de terreinen eromheen. Dáár kan het geld worden verdiend, niet in de tempel zelf; die kost alleen maar geld. Die Thai zijn goochem; Cambodja mag die tempel gerust hebben. Maar in 2009 heeft Thailand blijkbaar een Cambodjaans dorp op die bewuste terreinen platgebrand.
Geweldig nieuws van die motorrijders: over de 'Chinese Road' bedraagt de afstand vanaf hier tot de waterval ten Noorden van Koh Kong waar je een ferry op moet naar de stad, ongeveer tachtig kilometer over een weg die lijkt op die van vandaag, misschien iets beter. Dat kan bijna niet waar zijn. Dat doe ik in één dag. Wel de doos met water mee. Maar het zou betekenen dat ik mijn tentje voor niets heb gekocht en samen met matras als dood gewicht over deze aardkloot heb gezeuld. Goede training zullen we maar zeggen. Onderweg had ik al de stroomrichting van de beekjes geobserveerd: naar het Zuidwesten: Koh Kong! Die weg zal best golven, maar in totaal gaat ie dus omlaag. Maar de buurvrouw kwam met een schatting van 110 kilometer met veel venijnige hellingen. Nog een andere dame rept over 100 km. Maar vrouwen kunnen niet kaartlezen, dus ik geloof die motorboys eerder. (Vrouwen denken ruimtelijk in dimensies van hun tuin, mannen in die van het woud. Het is nog steeds zo.) Maar de geest toch maar instellen op een langere rit. Voor jullie niet invoelbaar waarschijnlijk dat gedoe over een paar kilometer.
Maar hé wacht eens even: ‘naar een waterval ten Noorden van Koh Kong’, dat zal toch niet dezelfde waterval zijn waar ik twee jaar geleden met Marijke, Marthe en Nora was? Het zou zonde zijn om daar een weg aan te leggen. Nadere berichten volgen.
Even over de economie: je ziet onderweg de constructie van hoogspanningseidingen. De Chinezen bouwen niet alleen in eigen land de Negen Kloven Dam’, hier gaat er drie dalen ‘geflooded’ worden: De Aureang Valley, een dal bij bij Veal Veng, en nog eentje dichter bij Koh Kong. Ik hoop toch niet onze mooie waterval! Wat moeten de Chinezen hiervoor terug hebben?
Bij binnenrijden in het guesthouse werd ik warm onthaald. Een goede stoel, thee erbij, inmiddels lunch achter de kiezen. Geweldig. Ik heb me ‘gedoucht’ uit de ton; water schep je over je heen met een soort plastic steelpannetje. En zelfs de fiets is schoon. Prijs, net als in Pramoy gelijk aan de kosten van twee SMS-jes naar huis: $ 5,- per nacht. Dit vieren we met een Anchor: het Cambodjaanse bier. Vandaag viel me pas op hoe ze het merk uitspreken; als het Franse ‘encore’. Uit marketingoogpunt een fantastische naam. Even onderzoeken of Kronenbourg de eigenaar is.
Ondertussen zou ik trouwens wel weer eens een knapperig broodje lusten. Hier zit je ’s ochtends aan de soep. Eten en drinken doen ze in Azië opvallend veel uit een plastic zak. Daar steekt dan een vork of een rietje uit. Makkelijk, licht en geen afwas.
Oh Saom is een Siamese krokodillenproject rijk, opgezet door een NGO. En dat in zo’n klein gat aan het eind van de wereld. Het beest was bijna uitgestorven maar is hier kennelijk gered.
Vanavond kip met gember. Een afzakker en dan vroeg naar bed, net als iedere dag om pakweg acht uur ’s avonds. Morgenvroeg om half vijf eruit.
Groeten
Frank
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley