Even géén garage
Door: Frank Höppener
Blijf op de hoogte en volg Frank
22 Oktober 2011 | Namibië, Tsumeb
De vakantie zit er bijna op. Morgen van Etosha waar we nu zitten maken we een eerste etappe richting Windhoek. Wat zaken regelen daar, en dan naar huis. (Voor even.)
Om het dossier Cruiser te completeren: Falkenberg Mechanic in Kamanjab checkte op mijn verzoek de auto omdat ie na drie keer balanceren en twee keer uitlijnen toch wat naar links bleef trekken en bleef trillen bij 90 km/uur. Hij constateerde dat de einden van de spoorstangen moesten worden vervangen; anders kon je wel aan het uitlijnen en balanceren blijven. In feite ben ik er blij mee; de kosten zijn te overzien, en het lijkt mij de ‘root cause’ van veel van de problemen van de afgelopen weken, zoals lekkende leidingen en keringen en de afgebroken vatting van de koelvloeistofcontainer. Op asfalt rijdt de kar als op wasbord door die onbalans. De tril werkt als soldaten die marcheren op een brug. Daartegen is niets bestand. Op zand- en gravelwegen merk je het helemaal niets.
Werk aan de winkel voor Sirkel Motors.
Via binnendoorwegen reden we van Kamanjab naar de campsite van Toshari Lodge bij de ingang van Etosha Park. Heel vaak moest Marijke de wagen uit om hekken van farms te openen en weer dicht te doen. Je had het gevoel dat je over een privé-weg reed en niet een openbare weg.
Toshari Lodge. Prima plek. Na Kamanjab honderdvijftig kilometer ‘niets’ dan farms en stof, stof, stof, plus zweet, en daar ligt dan ineens een smaakvolle en verzorgde omgeving. Alleen toen we ’s avonds na onze braai een koffie gingen drinken in het restaurant leek het wel of we in een bejaardenhuis terecht waren gekomen. ‘I was ‘overwalmd’.’ Niet dat mensen nou van òns zullen zeggen dat we bij de jeugd behoren, maar ‘the sheer number’ van Europese grijze haren, kale koppen en permanentjes in deze natuurlijke omgeving was ‘shocking’. Er was zelfs ‘animation in de eetzaal’.
Dat stof dringt overigens overal door. Vooral de achterdeur laat de meuk door, dus alle bagage heeft een grijs laagje na elke rit.
’s Avonds ‘kibbelden’ Marij en ik erover wie de meeste ruimte in ons kleine tentje heeft. We hebben maar het plan opgevat om met permanent marker een streep door het midden van de tent te trekken. (;-)
Vermeldenswaard is nog: op de lodge in Opuwo, ja die van dat frisse kraanwater, viel ik in het pikkedonker over een groot rotsblok. Nu is mijn rechterknie dik met vocht. Maar bij een zijdelingse beweging als de schoolslag geen, dus het zal wel loslopen na verloop van tijd. Géén werk voor Paul Droog.
Eerste dag Etosha. Marijke verheugde zich erop, niet in het minst omdat er in Etosha even geen garages zijn. Vanuit Okaukuejo Camp reden we ’s ochtends een rondje, en in de namiddag nóg een. Op het heetst van de dag zie je namelijk weinig wild. Vooral Okondeka Source was druk bezocht door alle mogelijke soorten grazers, met daaromheen jakhalzen. Een aanrader voor wie hier komt. Vaak zitten er leeuwen. Rond twaalf uur planden we een lekkere brunch op een afgezonderde picknickplaats met veel wevervogeltjes. Die verdrongen zich met honderd stuks om ons waterbakje. Helaas waren er ook andere beestjes in groten getale vertegenwoordigd: bijen. De zwermen waren opdringerig, maar gelukkig niet agressief. Marij is allergisch voor bijen- en wespensteken, dus ze was met al dat gezoem om ons heen redelijk nerveus. Ze zaten al in mijn broekspijp. Dus hals over kop pakten we ons boeltje op, maar we hadden voor de preparatie van de lunch zoveel uit de auto gegooid, dat het een hele poos duurde voor we weg konden. En de eieren waren nog maar half gekookt. We zaten vervolgens met een bijzonder hete benzinebrander die je ook niet overal kunt neerkwakken. Bovendien zaten de bijen overal in de auto. Leuke brunch was dat.
De campsites in Etosha hebben allen iets bijzonders: een ‘waterhole’ waar ’s avonds veel wild komt. Er staan felle lampen op de watervlakte gericht waardoor jij wel het wild kunt zien, maar andersom niet. Ze zijn aan dat licht gewend. Heel omzichtig benaderen ze het water, voortdurend op hun hoede, en uiterst traag. Maar liefst vijf neushoorns en twee olifanten was de ‘buit’, naast ‘the odd’ jackal, zebra en giraffe. Het publiek fluistert er, waardoor je het gevoel krijgt in een kerk te zitten. Maar inderdaad moet je de beesten niet afschrikken met een roezemoes van stemmen. Er zijn mensen die hier de hele nacht opblijven, starend naar een waterpoel.
In de nacht herhaalde zich de brul van een leeuw steeds dichterbij.
Vanochtend pakten we ons boeltje op en reden over de kleinere paadjes via Halali Camp naar Namutoni Camp waar we nu aan het zwembad zitten. Een blog schrijven kun je ook op een stretcher. (Het wildlife strekt zich uit tot onder de douche, merkte ik. Ik kreeg een venijnige steek in mijn bil. Welk beest is zo fanatiek dat het je steekt terwijl je onder de douche staat? Misschien een libelle. Afrika blijft verrassen.)
Veel wild gezien onderweg, vooral bij de waterplaatsen. Heel het gamma is nu compleet, behalve helaas leeuwen, leopards (die je haast nooit te zien krijgt) en cheetahs.
Het laatste nieuws over de auto: ik kwam er vandaag achter dat ik de tankdop bij het pompstation in Opuwo heb laten liggen. En de diesel maar lekker klotsen bij elke hobbel die we maken.
22/10/2011 Tsumeb.
Vanochtend reden we als afscheid van Etosha nog even naar Klein Namutoni waterhole en de Dik-Dik-drive. Een aanrader: kort, maar bijzonder. Zelden zoveel giraffes bij mekaar gezien. En inderdaad dik-diks. Het pad wordt kennelijk door olifanten als toilet gebruikt want de langs de rand ligt een snoer van olifantendrollen. Die zijn indrukwekkend kan ik je verzekeren.
Het schijnt dat die stront gebruikt wordt om papier van te maken. Het zijn ongetwijfeld goedbedoelende Westerse toeristen die dat kopen.
In Tsumeb zocht ik naar een takdop, en Marij bezocht musea, craftshops etc.
Nergens een tankdop te vinden. Dat wordt wachten tot Windhoek.
Nu zitten we aan de lunch bij ‘Dros’ (tegenover de Toyota garage, uiteraard), oftewel ‘Kupferquelle Resort’. Goede koffie, goede salade. En als het helemaal goed is: wifi, waardoor we dit op het net kunnen gooien.
We overnachten in Otavi; samen met Tsumeb en Grootfontein vroeger een welvarende streek door de kopermijnen.
Ik vrees dat we door de trage internet overal moeten wachten met foto’s uploaden tot in NL. Als dat zo is, plaats ik een korte blog met die mededeling. Dat krijg je dan vanzelf in je mailbox.
Groet,
Frank
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley