
Cape Fur Seals
Door: Frank Höppener
Blijf op de hoogte en volg Frank
08 Mei 2011 | Namibië, Swakopmund
Inmiddels terug van Cape Cross, waar een kolonie Cape fur seals domicilie heeft gekozen. Daarover zodadelijk.
Van de waarbenjij.nu moderator krijg ik bericht dat de ruimte voor foto’s is beperkt en er foto’s zijn verwijderd. Ik zie wel welke. Het kunnen ook die van Cambodja zijn.
06-05-2011
Gisteren had een zwarte dame, personeelslid van Craig, een blauw oog. Marina vroeg of iemand haar soms had geslagen. Antwoord: ‘No, I don’t have a boyfriend.’
Iemand anders (van het mannelijk geslacht): ‘I had a girlfriend today. No rukkie tonight.’
Mist. Koud. Het is hier een Russische winter!
Namibië is doortrokken met Duits; met die taal kun je overal terecht. We nemen koffie met gebak in een heuse Konditorei. De mooiste straatnaam die ik tot nu toe heb gezien: ‘Prositstrasse’ in Windhoek. Iedereen schakelt moeiteloos over van Duits op Afrikaans, op Engels en de zwarten op de lokale taal. Dat moet goede synapsen in de hersenen opleveren.
07-05-2011 CAPE FUR SEALS
Voor een groot deel een verloren dag. We gingen te laat op weg naar naar Cape Cross, zo’n 140 kilometer Noordwaarts naar de kolonie Cape fur seals waarover ik het hierboven over had. Het zijn zeerobben of zeehonden. Ze gaan slordig met hun jongen om, dus dat is vette buit voor hyena’s op het land en Great White Sharks in zee. Mensen knuppelen de één dag oude jongen soms neer voor het bont. Vroeger was dat een heuse industrie.
Waarom zitten ze nou juist op Cape Cross? Daar wordt de zee heel snel diep; dat betekent voor hen een snelle beschutting tegen gevaar van land, en veel vis. Dat laatste moet kloppen want er huizen duizenden robben op een relatief klein stuk strand. Die eten allen vis, dus het moet ervan krioelen onder de waterspiegel. De branding is intens. Door de diepte van de bodem beuken de golven met volle kracht op de kust. Er is geen ondiep stuk waar de bodem hen op afstand van het strand enigszins afremt.
We hadden feitelijk geluk met het weer, het was koud en met natte mist. Daardoor was de stank dragelijk. De pis en stront van die duizenden beesten is bij warm weer niet te harden. Zeker als de ouders hun jongen in de steek laten, sterven er veel. En da’s merkbaar aan de luchtkwaliteit om het maar eens zacht uit te drukken. Bij pinguïns schijnt het nog erger te zijn.
Al met al toch een bijzondere plaats.
Wie zich volledig terug wil trekken, bijvoorbeeld om te werken aan een boek of zoiets, kan terecht in de verlatenheid van Cap Cross lodge met uitzicht op de woeste zee.
Het huisje waar we logeerden had Craig gehuurd van een kennis. Je zet je auto tot vlak bij de voordeur, want daar zit het kastje met accuklemmen. Om acht uur ’s avonds gaat de generator uit, dus je zorgt dat voor die tijd de klemmen op de accu van de auto zitten, dan voed je daar 12 Volts lampen mee. Water moet met een vrachtwagen vanuit Swakop worden aangevoerd en zit opgeslagen in een grote ton bovenop het duin achter het huis. Dus, zuinig met water is het devies.
En uiteraard was er een vuurplaats om binnenshuis een braai te houden.
De weg ernaartoe: een witte zoutweg in een volstrekt leeg wit landschap; witte mist erboven; zo’n driehonderd meter zicht. Het leek wel Siberië.
Mist en kou, dat vinden de Swakopmunders fijn, gek genoeg. Namibiërs komen ervoor op vakantie in dit bizarre oord. De auto’s van hier zijn op de tweedehands markt niet gewild want ze roesten allemaal door het zout in de lucht. In de hoofdstraat, Sam Nujoma Drive, staat een flitsend gebouw met veel glas en staal. Op het metalen deel: roest.
DISCREPANTIE
Opnieuw jagersverhalen bij de braai ’s avonds. Als professionele jager heeft Craig de taak om blunders van amateurs te corrigeren. Die helden willen wel een zelf geschoten trofee aan de muur in hun appartement op Parklane, maar schieten kunnen ze niet altijd. Soms verwonden ze een dier slechts. Sommigen gaan zover dat ze het aangeschoten wild willen laten kreperen en dan maar een tweede dier de kogel geven. Consumptie. ‘Ik betaal er toch voor.’ Geld speelt geen rol. De taak van de professionele jager is om dat te voorkomen en de klus af te maken zodat het dier uit zijn lijden wordt verlost.
Vreemde discrepantie: als diezelfde jager gaat vissen, laat hij die wèl kreperen in plaats van dezelfde ethiek toe te passen. Die vissen doen er soms meer dan een uur over om te sterven; zo sterk zijn ze. Maar laten we overigens vooral niet denken dat de kabeljauwfilet bij de visboer of supermarkt wèl met een ethische code aan zijn einde is gekomen. Integendeel. Met vis mag je kennelijk àlles uithalen. We zien het niet als levend wezen maar als een product. Vissersboten zijn drijvende ‘torture houses’. Achter glas in een plastic bakkie met een takje peterselie erop zie je de dood – en vooral het doden – niet meer.
Nu zitten we weer in Swakop; de auto staat bij de benzinepomp waar ze hem van binnen, van buiten èn van onder schoonmaken. Hij was bijzonder smerig door de natte klei op de ‘Soutweg’. Het spul blijft aan je schoenen en kleren hangen, dus je draagt het overal mee.
De economie draait hier om auto’s. En toerisme en veeteelt. En niet te vergeten: mijnbouw.
Morgen opnieuw naar het Noorden, nu iets verder naar Fly’s Camp, niet ver van de White Lady Rock Painting waarover ik al eerder schreef.
Dis reg.
Frank
-
09 Mei 2011 - 06:39
Jeannette:
Wat een avontuur ...!
Groet
-
09 Mei 2011 - 09:55
Frank Höppener:
Hoi Jeanette,
Ja, het is wel bijzonder. Zo'n enorm leeg land. Die seals waren goed voor een kwartier/ een half uur, hooguit. Dat gebijt en gesnauw naar mekaar; dat geluid van loeiende koeien overal, maar dan lelijker. En dan met zovelen bij mekaar, gevoegd bij de stank. Niet verheffend. Op het land zijn ze niet mooi; van de sierlijkheid onder water blijft niets over.
Kortom: 'shoot them!'
Frank
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley