Epupa Falls
Door: Frank Höppener
Blijf op de hoogte en volg Frank
19 Oktober 2011 | Namibië, Kamanjab
Zoals andere mensen ’s ochtends voor een vers broodje naar de warme bakker gaan, zo gaan wij hier dagelijks naar de garage.
Bij mijn ochtendlijke check van de cruiser zag ik dat de koelvloeistof lager was dan anders. Na bijvullen zag ik op de parkeerplaats bij de OK Grocer dat hij koelvloeistof lekte. Zoeken, zoeken, het kwam uit het motor- en niet het radiatordeel. Hups naar de ‘mechanic’ die vaststelde dat de slangenklem versleten was. Nieuwe erop, en (voorlopig) weer: rijden!
De garagist informeerde naar onze plannen; hij vroeg niet óf we naar een Himbadorp zouden gaan, maar wannéér. Zover is het dus al gekomen met die Himba-manie. ‘Himba’ is een toeristenindustrie geworden. Je mág de Himba’s bezoeken als je zakken maismeel en godweet wat voor andere gaven meebrengt. Ze zijn heilig verklaard door zingeving zoekende Westerlingen, en dus bedorven. Ze staan met opgehouden hand langs de weg als je langsrijdt. Verder weg van Opuwo wordt dat minder, overigens. Nee, heel die Himba-manie is niet aan mij besteed.
Wat niet onvermeld mag blijven: Marijke vroeg aan de manager van Orenes Rest Camp in Opuwo waar we die nacht bleven of het water drinkbaar was. Zijn advies: voor onszelf wel, maar blanken krijgen er vaak diarree van. Toen ik gisteravond mijn tanden poetste en mijn mond wilde spoelen met water uit het kraantje bleek dat naar riool te stinken. Dat verklaarde alles. Toch maar naar de watercontainer in de landcruiser dus.
Een aanrader in Opuwo: Kaokoland restaurant, vastgebouwd tegen de OK Grocer. Prima eten, zelfs goede capucci. En.. van daaruit kun je onopvallend de meest vreemd uitgedoste himba’s en andere paradijsvogels op de foto zetten.
Wij reden vandaag op en neer naar Epupa Falls, zo’n 370 kilometer heen en terug. Door de koelslangproblemen waren we later op weg dan eigenlijk gepland, maar goed. Onderweg begaf de airco het. Niet essentieel maar wel oncomfortabel, dus morgenochtend toch maar weer dezelfde mechanic opzoeken.
Epupa Falls bereik je over een weg met betonnen smalle bruggen zonder leuning over droge rivieren; ze doemen soms plotseling op na een bocht. Bovendien is zo’n rivier altijd een ‘dip’ in de weg. Snelheid minderen is het devies. Bovendien ‘val’ je zo’n twintig centimeter lager waar het beton begint, dus als je niet langzaam aan komt rijden stuiter je zo over de rand.
Epupa Falls is prachtig. Jammer alleen dat het laag water was. Twee keer per week zetten de Angolezen stroomopwaarts de sluizen in de Kunene River open, en dan verschijnen de falls in volle pracht. Maar wéét die dag maar eens. Maar ondanks dat waren de falls de rit waard. Leuk was vooral ook de Kapiri Water Fall Lodge (of zoiets) waar een oud Engels (pardon: Welsch) lady speciaal voor ons koffie zette. Ze gaf nog tips wáár het zicht op de falls extra mooi was.
Ze was zeker tegen de zeventig jaar en had pakweg 45 jaar in Afrika gewoond, inclusief Madagascar, Zimbabwe en Zuid Afrika. En nu in een uithoek van Namibië. Ze plande binnenkort een definitieve terugkeer naar Wales. ‘Namibia, and the whole of Southern Africa is nót a place to get old.’
Op de terugweg van de falls ontdekte ik een nieuwe barst in mijn voorruit. Meteen maar meteen maar meenemen morgenvroeg.
Na de onrust van centrum Opuwo van afgelopen nacht, met al zijn bars (éen op elke drie huizen. ‘That’s how the West was won’.) en steeds zatter wordende mensen, nu de paradijselijke stilte van Mopane tented Camp, waar we de enige gasten lijken te zijn. Prachtige safaritent, met een luxueus bed erin, eigen douche en toilet. Helaas geen wifi. Uitzicht op de droge rivierbedding. Terwijl deze blog gemaakt wordt is het voltallige personeel bezig om ons diner te koken. Marijke voelt zich als Elizabeth Taylor en Richard Burton ( ja, als beiden! Misschien toch een nawee van die val?) die ooit voor de 5e keer trouwden in een luxe lodge in Afrika. Ze wil niets weten van een huwelijksnacht want ze heeft nog pijn aan haar ribben.
In dit prachtige tentenkamp troffen we een verlaten Amerikaanse aan: haar vriendin met wie ze reisde is na een ruzie zó met de auto vertrokken. Ze bivakkeerde hier inmiddels twee weken, en had totaal geen initiatief genomen om er weg te komen. Het personeel is ‘her friend’ geworden.
Na een avond tafelen met haar, waarin ze uit de doeken deed dat haar vriendin ‘insane’ was, begrijpen we de uit-de-auto-zet aktie van die vriendin enigszins.
Vanochtend verzorgde zes personeelsleden ons ontbijt. Het concept van efficiency bestaat hier niet. Ze maken lekker veel pancakes (net als het vlees van de braai gisteren) want wat wij niet eten is voor henzelf. Bij het afrekenen stonden er – geheel in lijn met de ontwikkelingsland traditie – drie man te kijken terwijl er eentje het werk deed. Overigens was dat betalen per creditcard hier ineens wel heel bij de tijd: met pincode die via de satelliet werd gecontroleerd.
19/10/2011 Kamanjab
Vandaag zag ik ze weer, zo’n groepje toeristen die met zakken meel over de schouder en dozen vol geschenken uit de OK Grocer komen, op weg naar het ‘traditional’(ahum) Himba Village.
De mechanic kon de airco en de voorruit niet maken. Misschien in Kamanjab.
Op naar Kamanjab, zo’n 250 kilometer asfaltweg. Daar is de cruiser niet op gebouwd. Ondanks wheelbalance en Wheel alignment trilt hij nog steeds bij 110 km/uur. De barst in de voorruit kruipt daardoor verder.
Vlak voor kammanjab heb je een veterenary cordon fence met een checkpoint. De fence is tegen de verspreiding van mond- en klauwzeer; het checkpoint om de bagage van automobilisten te controleren met hetzelfde doel. Laten we nou net in Opuwo boodschappen hebben gedaan, waaronder een forse T-bone steak. Er mag geen vlees over de fence worden vervoerd. Maar gelukkig herinnerde ik me dat checkpoint nog van de vorige keer en ik ben Hollander, dus zochten we tijdig een oplossing. Zoals elke rechtgeaarde Namibiër ook doet.
Falkenberg Garage in Kamanjab kon de mankementen niet verhelpen. Dat kan in Otjiwarongo. Drie dagen verder en door Etosha; dus dan is de barst in de ruit wel compleet. Wel stelde meneer Falkenberg (een Duitser) vast dat de vloeistof in de airco ontbrak. Het lek is op te sporen, maar dat is een job voor de firma Diesel Electric.
We lunchen nu in in Oppikoppie Rest Camp (MET WIFI!), dat wordt gerund door een Belg uit Opglabeek bij Maaseik en zijn dochter. Zijn vrouw werkt ook hier en komt uit Susteren. Meestal zijn Limburgers niet zo ondernemend. Die blijven liever ‘bie de mam’.
Met Marij gaat ’t stilaan beter. Nog lang niet de oude uiteraard, maar de tendens is goed.
-
22 Oktober 2011 - 09:10
Maaike:
He stoere reizigers!
Wat een verhalen weer.Een val kan nog lang de nodige ellende opleveren dus doe hennig an.wat jammer dat jullie huwelijksnacht niet door kon gaan.grapje..
Hier superzonnig prachtig herfstweer met schitterende kleuren.
Helaas a.s. maandag weer werken,maar ja, het kan niet anders
Geniet nog van de laatste dagen en tot gauw!!
Maai xxx -
22 Oktober 2011 - 21:59
Angèle:
JEE , IK LEES NA EEN PAAR DAGEN WEER EENS ALLE VERSLAGEN EN SCHRIK BEHOORLIJK VAN MARIJKES VAL. GAAT HET ECHT WEL? NIET TE STOER DOEN HOOR. lET ZELF GOED OP MARIJ. fRANK ZEGT ZELF DAT HIJ VROUWEN SOMS[?] NIET BEGRIJPT.
VOOR VERTREK ZEI MARIJ DAT ZE HOOPTE DAT HET NIET ZO AFZIEN ZOU WORDEN ALS IN BOTSWANA. MINSTENS LIJKT ME?
DE AUTO.. WAS/IS HET NOG STEEDS EEN JONGENSDROOM DIE UITKOMT?
MORGEN GA IK MET NORA OP STAP. EN DAN ZIE IK FRANK DONDERDAG IN MÜNSTER/OSNABRUCK.
DOE NOU EENS RUSTIG HÖP! ;-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley